Huiselijk geweld is lang niet altijd fysiek geweld. Sterker nog, meestal is er bij huiselijk geweld sprake van psychisch geweld. Toch is deze bijzonder schadelijke vorm van mishandeling bij veel instanties nog een blinde vlek. Want, in tegenstelling tot fysieke mishandeling is psychisch geweld niet zichtbaar en de pleger is uitermate goed in staat om een doelbewust verkeerde voorstelling van zaken te geven, waardoor hulpverleners geen juiste analyse maken en slachtoffers niet adequaat worden ondersteund. Dit leidt tot machteloosheid en wanhoop bij slachtoffers. We zien dit vaak gebeuren bij ‘vechtscheidingen’.
Onderzoek Pointer
Pointer, het onderzoeksjournalistieke platform van KRO-NCRV, is een groot onderzoek gestart naar hoe instanties omgaan met huiselijk geweld. Eerder leidden andere onderzoeken van hun hand al tot verrassende doorbraken en daadwerkelijke verandering. Wij juichen dit initiatief daarom van harte toe, maar vinden het enorm belangrijk dat de complete scope van huiselijk geweld in beeld wordt gebracht en de onwetendheid bij instanties ten aanzien van psychisch geweld een prominente plaats krijgt.
Vechtscheidingen
Wij zien vaak dat bij bijvoorbeeld vechtscheidingen er veel te vaak uit wordt gegaan van tweezijdig geweld, iets tussen de ouders. Terwijl er meestal iets heel anders aan de hand is. Wij signaleren al jaren dat slachtoffers (vrouwen en mannen) die zich proberen los te maken uit een destructieve partnerrelaties in verplichte trajecten zoals ‘Ouderschap blijft’ of mediation worden gehertraumatiseerd en niet of nauwelijks aan herstel toekomen. Vaak gaat psychisch geweld na een destructieve relatie door, zonder dat instanties effectief ingrijpen.
Media-aandacht
In de media vragen wij hier geregeld aandacht voor, bijvoorbeeld in het artikel ‘Verkeerde hulp bij complexe scheidingen: ernstige gevolgen, grote kostenpost.’ op de website van BNN Vara. Hierin stellen wij dat uit onderzoek blijkt dat in veel gevallen slechts één van beide ouders het gevecht in een complexe echtscheiding gaande houdt. Die ouder traineert telkens afspraken of spant nodeloos rechtszaken aan. De andere ouder moet dan wel reageren wil deze niet het gezag over of de omgang met de kinderen verliezen. Hulpverleners proberen vervolgens telkens de ‘ruzie’ te sussen met een gezamenlijk zorgtraject. Totdat dezelfde ouder weer afspraken torpedeert of een nieuwe rechtszaak start. Een cyclus die jaren kan aanhouden en de toch al door huiselijk geweld getroffen partner vaak volledig uitput. Onderzoek van de Universiteit van Maastricht liet zien dat 99% van de getroffen ouders in complexe scheidingen psychisch geweld en dwingende controle ervaart en daarnaast een deel ook fysiek geweld of stalking. Ook in dit artikel doen wij een pleidooi om af te stappen van gedwongen gezamenlijke trajecten.
Ervaringsdeskundigen
De afgelopen jaren bereikten ons (tien)duizenden getuigenissen van slachtoffers die zich ongelooflijk machteloos voelen omdat ze niet gehoord worden door hulpverleners. In Fier Magazine sprak Anna zich uit. ‘Meer dan tien jaar was ik met hem samen, de scheiding heeft bijna zeven jaar geduurd. En al die tijd heeft hij me gekleineerd, bekritiseerd, afgezeken en afgewezen. En me van van alles beschuldigd Bij betrokken instanties noemde hij me een gek en een leugenaar. En altijd moest ik mezelf maar weer verdedigen. Dat, samen met de vele rechtszaken, heeft me uitgeput. Het is vreselijk om jezelf jarenlang te moeten verweren tegen leugens.’
Een ander verhaal komt van Karel ‘Wat de betrokken hulpverleners zagen was een vechtscheiding. Mijn ex, die publiekelijk zo ‘haar best deed’, schilderde mij subtiel af als een wraakzuchtige idioot die er helemaal niet samen uit wilde komen. Ik probeerde me tegen haar insinuaties te verdedigen wat de situatie enkel verergerde. Er was geen tweezijdige strijd, er was eenzijdig geweld, zowel naar mij als de kinderen. Ik werkte mee met het gezamenlijk traject, omdat er geen alternatief was. Zij pakte enkel haar podium. Op het toneel, met de hulpverleners als publiek, was ze de goedwillende en betrokken ouder. Achter de schermen, als niemand keek, speelde zich iets heel anders af. Al mijn energie ging naar het kalmeren van de kinderen, die na een paar dagen bij haar te zijn geweest angstig en uitgeput terugkwamen. Het was een nachtmerrie.”
Standpunt Het Verdwenen Zelf
Grondlegger Iris Koops van stichting Het Verdwenen Zelf besteedt in haar tweede boek uitgebreid aandacht aan dit probleem. Iris: ‘Als er te snel het label ‘vechtscheiding’ op het beëindigen van een relatie wordt geplakt, dan wordt de kans op een goede behandeling of de juiste hulp een stuk kleiner. Er wordt hulp ingeschakeld voor een foutief probleem. De gezonde ouder probeert het kind te beschermen, wat op zich al heel moeilijk is. De enige overgebleven middelen worden deze ouder vaak nog uit handen geslagen. Want elk signaal dat hij geeft, wordt vertaald als een bewijs van ‘de strijd’. Zoals een medewerker van een instantie, die bij een bezorgde moeder dreigde dat als de strijd niet zou stoppen, hij een zorgmelding zou doen. Terwijl vader het kind jaren genegeerd had en er allerlei andere aantoonbare voorbeelden waren van mishandeling, zei deze medewerker: ‘Ik maak me ernstig zorgen om de positie van het kind, zolang haar ouders in ex-partnerstrijd zitten. Dit is zeer schadelijk voor haar persoonlijkheidsontwikkeling.’ Terwijl de beschermende ouder juist de noodklok luidde‘.
Werk aan de winkel
Vanuit het Verdwenen Zelf proberen wij, net als andere partijen, het omvangrijke probleem in beeld te brengen en ook suggesties te doen voor de oplossing. Gelukkig signaleren wij dat steeds meer hulpverleners kennis van de drijfveren van plegers en de uitingsvormen van psychisch geweld krijgen. Dat zien wij tijdens de trainingen die wij bieden aan professionals maar leiden we ook af uit de reacties op onze website en social media kanalen. Dit is een positieve ontwikkeling. Er is echter nog genoeg werk aan de winkel om deze boodschap bij een veel groter netwerk van instanties en hulpverleners op het vizier te krijgen. Daar zetten wij ons dagelijks voor in. Daarom vragen wij aandacht voor dit onderzoek van Pointer. Veranderingen gaan langzaam, maar elke stap is er één. En het is belangrijk om het belang van die stappen te zien.