Misverstanden en mythes

Emotionele en psychische mishandeling wegens narcisme en psychopathie komt heel weinig voor
Volgens de DSM-5 hebben in Nederland circa 80.000 tot 160.000 mensen een narcistische persoonlijkheidsstoornis (0,5 – 1%). Datzelfde geldt voor een psychopathische persoonlijkheidsstoornis. Mensen hebben gemiddeld met vijf tot acht mensen een duurzame band. Dit betekent dat honderdduizenden mensen in Nederland mogelijk bloot staan aan emotionele en psychische mishandeling.
Emotionele en psychische mishandeling komt minder vaak voor en is veel minder ernstig dan fysieke of seksuele mishandeling
Emotionele en psychische mishandeling komen juist veel vaker voor dan fysieke of seksuele mishandeling. Meer dan 80% van het huiselijk geweld betreft emotionele en psychische mishandeling, een veel groter percentage dan fysiek of seksueel geweld. Juist emotioneel en psychisch misbruik is één van de beste voorspellers van psychopathologie en psychische problemen, meer nog dan fysiek of seksueel geweld, zie ook Feiten en cijfers.
Slachtoffers hebben het ook aan zichzelf te wijten
Van cliënten wordt soms gezegd dat ze zelf een rol spelen in het voortbestaan van het misbruik middels termen als ‘co-dependentie’ of ‘relatieverslaving’. Niemand vraagt echter om emotionele en psychische mishandeling. Een reden dat veel slachtoffers in een mishandelende relatie blijven is niet omdat ze de mishandeling goedkeuren, maar omdat ze op een wrange manier aan de dader gebonden zijn. Slachtoffers lijden meestal aan een specifieke vorm van het Stockholsyndroom of traumabonding: in situaties van permanente dreiging en gevaar waaraan niet te ontsnappen valt, met manipulatieve daders, lopen ze het risico dat ze uit een reële overlevingsdrang mee moeten gaan in het gedrag van de dader. Slachtoffers lopen namelijk vaak ook concreet gevaar of er is een reële dreiging van onveiligheid of groot verlies: fysiek of seksueel geweld, financieel misbruik of financiële druk, verlies van de kinderen of stalking kunnen allemaal voorkomen.
Hoogconflictscheiding: waar twee vechten, hebben twee schuld
In het normale leven is dit een goed uitgangspunt. Echter, indien mishandeling eenzijdig is en er een groot machtsverschil in de relatie is, geldt dit niet. Een deel van de hoogconflictscheidingen zullen bestaan uit ouders die wederzijds het conflict voeden. Bij circa 50% van de hoogconflictscheidingen is echter sprake van aannemelijk te maken of bewezen huiselijk geweld. Dit emotionele en psychische geweld wordt vaak gevoerd door narcistische of psychopatische ouders die eenzijdig en structureel het conflict voeden en waar de andere partner op moet reageren, wil het niet de kinderen verliezen of hen blootstellen aan emotioneel of ander misbruik. Voor hoogconflictscheidingen geldt dat forensisch-psychiatrische kennis en onderzoek, waarheidsvinding en risico-analyse op geweld van groot belang zijn om de juiste dynamiek tussen ouders en kinderen te kunnen vaststellen.
Narcisten kunnen er weinig aan doen dat ze zijn wie ze zijn
Narcisme en psychopathie ontstaan deels door erfelijke factoren en deels door opvoeding en ervaringen. Mensen die aan een dergelijke stoornis lijden hebben hier niet om gevraagd. Waar het echter om gaat, is of zij verantwoordelijkheid nemen voor de schade die zij (kunnen) aanrichten. Deze soort plegers hebben besef van het onethische karakter van hun gedrag. Ze weten dat wat ze doen niet juist is en anderen schaadt, maar vinden hun gedrag geoorloofd, omdat ze vanuit hun eigen behoeften redeneren. Ze lijken controle te hebben over hun destructieve gedrag; ze kiezen wie deze behandeling ‘verdient’ en wie niet. Door ontbrekende empathie en een slecht werkende gewetensfunctie (de mate hiervan verschilt) is er geen innerlijke drijfveer om de ander goed te behandelen.
Belangrijker is echter dat het er niet over gaat om narcisten en psychopaten te beschuldigen of juist te ontschuldigen, maar om de focus te leggen op de gevolgen voor slachtoffers. De dynamiek van emotionele en psychische mishandeling valt alleen te begrijpen als het gedrag van de daders gezien en (h)erkend wordt.
Narcisme is gemakkelijk te herkennen
De informatie over narcisten – ook in de DSM – valt vrijwel altijd terug te voeren op de klassieke openlijke narcist. Deze valt op door megalomanie, grootheidswaan en egocentrisme: de opgeblazen manager of politicus bijvoorbeeld. Ook het cliché van een charmante of charismatische man die een spoor van korte relaties, of verschillende functies achter zich laat vindt veel gehoor. Door deze eenzijdige informatie worden veel narcisten niet herkend. De meeste narcisten en psychopaten hebben normaal ogende, duurzame relaties en vaak ook kinderen, en hebben reguliere functies. Ze vallen meestal niet erg op in de samenleving. De meeste narcisten willen vooral hun eigen zelfbeeld bevestigen en beschermen en doen dat op verschillende, vaak destructieve manieren. Verborgen narcisten zijn hierin veel subtieler: ze voelen zich altijd het slachtoffer en ‘kunnen nergens iets aan doen’. Narcisten kunnen ook van rol wisselen, soms tijdens gesprekken: van openlijk naar verborgen en vice versa. Dit maakt hen moeilijk te herkennen.