Ongezien leed: de kinderen van Ruinerwold

In oktober 2019 was het wereldnieuws: een gezin in Ruinerwold, bestaande uit een vader met vijf volwassen kinderen, leefde al jaren in totale afzondering. De zaak kwam aan het licht toen één van de zonen in een café in het dorp om hulp vroeg. Er bleek niet alleen sprake van ernstige verwaarlozing maar ook van seksueel misbruik (bij twee kinderen), lange periodes van opsluiting, fysiek geweld en sektarisch gedrag bij de vader. Drie oudere kinderen waren jaren eerder al het gezin ontvlucht.

Bij de vader werd de diagnose narcistische persoonlijkheidsstoornis vastgesteld. Wegens een hersenbloeding kan hij echter niet strafrechtelijk vervolgd worden. De oudste vier kinderen hebben meegewerkt aan een vijfdelige documentaire die recent is uitgezonden: ‘De kinderen van Ruinerwold’. Deze documentaire heeft veel indruk gemaakt, ook bij onze lezers. We kregen veel reacties binnen op de documentaire en twee van die reacties, van Willeke en Paulina, komen verderop in deze blog aan bod.

De meeste slachtoffers van emotionele mishandeling zijn niet letterlijk fysiek opgesloten geweest. Ze werden psychisch gekooid en gekneveld. Sommigen maakten daarnaast ook fysiek of seksueel geweld mee. De dilemma’s die de kinderen van Ruinerwold hebben doen de slachtoffers die richting ons reageerden denken aan hun eigen heden en verleden. Het destructieve karakter van specifiek narcistische mishandeling, en hoeveel impact dit ook jaren later nog heeft, zijn zichtbaar in de documentaire. De allesomvattende angst voor vader en zijn onvoorspelbare, kille en manipulatieve gedrag komen bijvoorbeeld duidelijk naar voren.

De kinderen van Ruinerwold hebben allemaal op hun eigen manier nog last van de situatie, ook al hebben ze nu, of al vele jaren geleden, het huis verlaten. Dit is karakteristiek voor emotionele en psychische mishandeling. Het laat diepe sporen achter. Tegelijkertijd tonen deze kinderen een enorme kracht. Ze tonen op heldere wijze hoe ze omgaan met de angst dat het niet goed gaat met hun jongere broers en zussen, laten het verdriet zien om wat er gebeurt is en de rouw om ouders die er niet meer zijn of, beter gezegd misschien, er nooit echt voor hen waren.

De oudste dochter spreekt zich op symbolische wijze uit, in de zin van dat ze haar eigen leven terugeist: ‘Mijn leven is van mij!’ Een heel krachtige en herkenbare uitspraak voor slachtoffers, maar omstanders zullen het niet altijd begrijpen. Dat ze fysiek vrij zijn, betekent immers niet dat ze emotioneel bevrijd zijn. Deze kinderen lopen de kans psychisch gevangen te raken en ‘bezit’ te worden van de wereld om hen heen, als deze wereld geen begrip heeft voor de gevolgen van alle  mishandelingen die ze mee moesten maken.

De vijf jongere kinderen willen buiten beeld blijven en beschermen zichzelf door de documentaire niet te willen zien. Zij zitten in een andere leeftijdsfase, waarin ze de loyaliteit met vader misschien nog echt nodig hebben, ook al heeft één van de vijf jongere kinderen inmiddels ook het ouderlijk huis verlaten. Hun moeder waren ze al verloren. We voelen veel respect voor de verschillende overlevingsmechanismen van deze kinderen, die hen hebben geholpen om door deze extreme jaren heen te komen. Hopelijk vinden ook de jongere kinderen het moment dat ze zelf kunnen besluiten dat ze sterk genoeg zijn en genoeg veilige grond onder de voeten hebben om het te kunnen dragen.

Laten we hopen dat deze kinderen de sensatie, het onbegrip en de snelle oordelen bespaard worden, die nog vaak in de media te zien zijn. Hun getuigenissen vragen om een integere benadering en veel respect voor hoe deze krachtige kinderen dit alles doorstaan en overleefd hebben. Naast fysiek geweld, opsluiting en seksueel geweld hebben deze kinderen ernstige emotionele mishandeling meegemaakt en dit wordt in de media nauwelijks benoemd. De media koppelt hun situatie niet aan coercive control, aan psychische en emotionele vrijheidsberoving en de diepgewortelde trauma’s die daar het gevolg van kunnen zijn. Daarmee lopen deze kinderen het gevaar verkeerd begrepen te worden.

Belangrijk om te vermelden is dat de documentaire bekijken het nodige kan oproepen. Een waarschuwing is op zijn plaats omdat de documentaire af en toe echt schokkend en vaak schrijnend is. Twee ervaringsdeskundigen, Willeke en Paulina, vertellen hieronder over wat hen raakte in de serie. Ze getuigen over de permanente angst die je hebt als kind en hoe ernstig het is dat de context van coercive control nog te weinig wordt gezien. Als je die context wel ziet, is het op slag heel begrijpelijk hoe deze kinderen, allen op hun eigen wijze, zo menselijk reageren op een vaak onmenselijke situatie.


De onzichtbare gevangenschap

De tweede aflevering van de documentaire ‘De kinderen van Ruinerwold’ begint met dagboekfragmenten van Israël. Israël is de zoon die als laatste is ontsnapt en in het nieuws is gekomen als zijnde degene die hulp heeft gezocht bij een café in Ruinerwold. Ik wil jullie meenemen naar het moment tijdens de tweede uitzending dat de oudste kinderen in de auto onderweg zijn naar de gevangenis waar hun vader zit en hun verwachtingen van het bezoek uitspreken. Opvallend is dat één zoon daar niet bij is. In de documentaire komt niet naar voren waarom dat is. Verder beschrijf ik het moment wanneer de kinderen bij elkaar zitten nadat ze hun vader hebben ontmoet.

Wat me trof was onder meer de spanning bij alle drie de kinderen in de auto, voordat ze bij de gevangenis van hun vader aankwamen. Voor twee van de drie was het al lang geleden (meer dan tien jaar) dat ze hun vader voor het laatst zagen en daarom waren ze gespannen. Maar voor Israël, de laatste die ontsnapt was, was het vooral angst zo lijkt, net zoals toen hij niet meer naar huis durfde nadat hij was weggevlucht. De overlevingsmechanismen die ze tijdens hun opgroeien hadden in moeten zetten werden nu weer volop ingezet. Je zag het gewoon gebeuren.

Wat me raakte was dat de kinderen als ze over het verleden vertellen hun zinnen soms niet afmaken, alsof ze dan verdwijnen in hun trauma… te erg voor woorden. Israël was duidelijk opgelucht dat zijn vader niet boos op hem was geworden, dat vond ik zo opvallend. Als slachtoffer van narcistisch geweld ben je al blij als de narcist niet boos wordt zonder dat je jezelf afvraagt of er überhaupt een reden is dat de ander boos zou mogen worden!

De zoon, die net als zijn zus al langer uit huis was, was verbaasd en bijna als een kind zo blij dat zijn vader zijn armen naar hem had uitgestrekt. Alleen naar hem dan en vader liet duidelijk merken dat hij trots was op zijn gespierde gestalte, vertelde zijn andere broer en zus. Dit gaf een gevoel van boosheid bij de dochter want ze herkende het spel wat haar vader altijd al speelde direct, het uitspelen van de kinderen onderling, door het ene kind voor te trekken en de ander af te keuren zodat zij het gevoel kreeg opnieuw niet goed genoeg te zijn. Wat eerder in de uitzending vertelde ze dat ze vroeger liever geen oogcontact met haar vader maakte en dat ze aan zijn houding probeerde af te lezen hoe haar vaders pet stond maar dat het volstrekt willekeurig was wat zijn reactie kon zijn. En meestal was het niet iets positiefs.

Je ziet dat ze, ondanks wat hen door hun vader is aangedaan, toch hopen dat hun vader blij is en dat hij dat laat merken. Blij omdat hij zijn kinderen weer ziet. En ook de loyaliteit bij de andere zoon die hoopt dat zijn vader niet aanwezig is als hij voor de rechtbank komt en dan moet horen wat zijn oudste kinderen hem ten laste leggen.

Hoe absurd is het dan dat deze man, omdat hij zich mondeling niet zou kunnen verdedigen, zonder straf voor zijn daden wegkomt. Ook al volgt misschien nog een civiele procedure. Hij kan nog steeds wel zijn kinderen kan uitspelen en non-verbaal, door zijn houding, nog zoveel druk uitoefenen. Wordt dit nu niet gezien vraag ik me dan af? In de tenlastelegging van de oudste kinderen gaat het dan ook vooral over het witwassen, fysieke mishandeling, seksueel misbruik van twee van hen en vrijheidsberoving. Over dit laatste reageren de media in praatprogramma’s dat de kinderen gewoon weg konden, er stond immers geen hek om de boerderij. De onzichtbare gevangenschap waar de slachtoffers van coercive control in zijn gezogen lijkt niet te worden gezien. En dat is heel kwalijk.

Willeke

 

Altijd op je hoede zijn

Wat me raakt in de documentaire is de angst in dit gezin die wordt opgeroepen door vader Gerrit Jan. Meermaals benoemen de kinderen de enorme angst die er was, en hoe diep dit ingreep, naast alle andere mishandelingen. Ik heb een dergelijke angst als kind ook ervaren, al wil ik mijn gezin van toen niet vergelijken met dit gezin.

Er was vroeger altijd angst voelbaar, een grote spanning waarvan ik als kind niet weg kon. Ik wist niet anders: het gezin is immers de wereld waarin je leeft. Ik had geen referentiekader. Ik kon als kind niet vermoeden dat er ook een andere wereld was. Wel ging ik graag bij vriendinnetjes spelen, maar ook daar, in die andere wereld, was ik altijd op mijn hoede. Hoe kun je immers weten dat het veilig is, als je veiligheid en ontspanning niet van binnenuit kent?

De ongrijpbaarheid en onvoorspelbaarheid die in de documentaire naar voren komen, zijn gekmakend: nooit weten waar je aan toe bent. Als ik dacht dat het veilig of rustig was, kon het opeens zo maar toeslaan. En op momenten dat ik op mijn hoede was, bleek het mee te vallen. Ik dacht vaak ‘Zie je wel, het ligt aan mij, ik ben gestoord, ik heb een angststoornis’. Mijn levensmotto en overlevingsstrategie was: ‘verwacht het ergste, dan valt het mee’. Als je echter altijd het ergste moet verwachten, dan blijf je leven in angst.

Pas toen ik voldoende afstand had en besefte dat mijn angst werd opgeroepen en aangejaagd door mijn moeder, werd ik me ervan bewust dat mijn angst een normaal beschermingsmechanisme was. Er wàs een reden om angstig te zijn bij een onveilige ouder. Mijn angst was een normale reactie. Nog steeds kan ik soms de wereld als te spannend ervaren, dan ben ik op mijn hoede en er klaar voor om ‘het’ op te kunnen vangen.

Angst oproepen is dé manier om macht en controle uit te oefenen en uit te bouwen: coercive control. Dit roept in een (gezins)systeem een collectief gevoel van onmacht op. Niets kunnen doen, en soms, als je er middenin zit en geen gezond referentiekader hebt, komt het niet eens bij je op dat je iets zou kunnen of moeten doen.

Ik heb diep respect voor deze negen kinderen uit Ruinerwold. Ze hebben het allemaal, op hun eigen manier, overleefd.

Paulina

18 gedachten aan “Ongezien leed: de kinderen van Ruinerwold”

  1. Prachtig beschreven, hopelijk voelen de kinderen zich hierdoor weer gesteund. De herkenbaarheid en het gevoel dat het niet aan jou ligt is heel belangrijk. De frustratie dat emotioneel geweld niet gezien en meegenomen wordt. Dat is ook een van de redenen waarom het zo moeilijk is om de stap te zetten om uit een relatie met emotionele mishandeling te stappen (voor kinderen en partners). Het kost veel energie, moed, frustratie, wanhoop en pijn (I know).

    Alle goeds voor de toekomst 💛

    1. Dank Nora, voor je mooie woorden. Een van de zonen van het gezin heeft onze blog gedeeld op Facebook en dat is natuurlijk fijn om te zien, dat we een snaar raken bij hem. Vooral hopen we dat hierdoor er meer aandacht komt voor psychisch geweld, in de media en politiek maar ook bij professionals en slachtoffers zelf. Dat is en blijft heel nodig.

      Wat je hebt meegemaakt is schrijnend, verwarrend en vraagt veel van een slachtoffer op allerlei fronten. Het kost inderdaad enorm veel moeite om uit zo’n (gezins)relatie te stappen, je grenzen goed te bewaken of het contact te minimaliseren. Ik wens je vooral veel sterkte toe in je herstel en de volgende stappen in je leven,

      Hartelijke groet,
      Tako

  2. Heel herkenbaar is het verhaal van Paulina. Ook bij mij was het niet zo extreem als in Ruinerwold, en lichamelijk of seksueel geweld was niet aan de orde. Des te meer geestelijke mishandeling. Soms ging het een paar weken goed en kon ik me langzaam iets ontspannen, maar altijd ging het toch weer mis. De reden van een grote woedeaanval kon het morsen van een druppeltje melk zijn bv. Dan volgde uren van schreeuwen, tieren en krijsen. Vooral de ramen in het hele huis open zodat er vele buren mee konden genieten van haar getier. Dat ging dan over mij en mijn vader die haar als oud vuil behandelde etc. Daarna dagen van stilzwijgen.

    Koken deed ze, en smeet de pannen op tafel en riep “vreten” tegen ons. Mijn vader at zwijgzaam bij mij de tranen in mijn bord. Zelf zat ze er bij met een bord opgewarmde pap. De huishoudster hoeft geen warm eten zei ze, die eet wel pap. Dus lieve schatten uit Ruinerwold, ik begrijp jullie zo goed. Dit had nooit mogen gebeuren. Jullie hebben 0,0% schuld en zijn prachtige mensen. Heel veel knuffels van mij.

    Op school was ik stil en werd gepest, thuis stil en bang. Op school wilde ik naar huis. Thuis wilde ik naar school. Huilen deed ik niet, wel altijd een spierspanning, dichte keel en steen op mijn maag.

    Na mijn dertigste vertelde ik hier pas een beetje over. ‘Ach…’ hoorde ik soms, ‘Het is toch je moeder?’ en ‘Je ouders daar houd je toch wel van?’ of ‘Ze zal toch wel wat goed gedaan hebben?’ Ik had dan het idee niet normaal te zijn omdat ik niets voor haar (ook niet voor mijn vader trouwens) voelde. Na haar overlijden nu 16 jaar geleden voelde ik alleen maar opluchting. Nu begint mijn leven dacht ik op mijn 41ste. Opmerkingen als ‘Je gaat nog wel rouwen later’ en ‘Als je kat overlijdt is dat erger voor je’ waren niet leuk. Ik wist meteen al, rouwen ga ik nooit. Ik had voor-rouw zei ik altijd, rouw terwijl ze nog leefde. Verdriet en spanning voor haar overlijden.

    1. Heel ernstig wat je beschrijft Claudia, de ‘scene’ waarin je moeder aan tafel zit bijvoorbeeld. Helaas was het geen scene maar echt. Heftig en treffend beschreven zijn ook de oordelen die je vervolgens kreeg. Ook al komt het meestal voort uit onbegrip van omstanders, het doet pijn en getuigt van weinig begrip van de ernst van psychisch geweld en van hoe vertrekkend de gevolgen zijn, ook of juist op latere leeftijd.

      Veel sterkte gewenst,
      Tako

      1. Dank je Tako, ja dit vergeet ik nooit… ook al ben ik er nu niet meer zo vaak mee bezig en heb ik een fijne partner gevonden. Ondanks dat mijn moeder zei “Ik heb geen liefde gekend dus kan ik het ook niet geven.” Toch heb ik ook veel lol kunnen maken tijdens de opleiding in de verpleging. Ik leefde als het ware in twee werelden. Ook zo mooi om te zien dat Israël ook zo kan lachen met zijn broers en zus. De depressie van Chin herken ik ook. Maar hij komt er uit, dat weet ik zeker.

        1. Fijn Claudia, goed om te horen dat het nu al weer een tijd goed gaat met je en inderdaad mooi om te zien hoe de broers en zussen verschillend reageren op de situatie en ook een band hebben met elkaar.

    2. Voor mij is dit allemaal ook heel herkenbaar. Toen mijn vader overleed heb ik de schroeven van zijn kist goed vastgedraaid, zodat ik zeker wist dat hij niet meer terug zou komen. Toen dacht ik dat ik op deze manier eindelijk mijn vrijheid terug zou krijgen. Maar nu, 12 jaar later, zit ik er nog steeds mee. Ik hoor nog altijd zijn stem, “ik krijg jou nog wel” of “wacht maar, ik onthou het wel”. Het is gewoon heel lastig om van de geestelijke onderdrukking, die tot mijn 40e geduurd heeft, af te komen. Ik ben nu een boek over mijn leven aan het schrijven, maar dat is mentaal echt zwaar omdat alles weer boven komt. De kinderen in de docu mogen dan wel zo moedig in beeld gebracht worden, maar zij kunnen hier nog jaren last van hebben.

      1. Hai Ben, en iedereen die dit nog leest en met dezelfde problemen kampt. Herken jij jezelf misschien in NSS (narcistisch slachtoffer syndroom)?

        Door dit te lezen had ik door wat m’n hoofd zelf nog in stand hield. Ik had direct minder last van de ptss, het continu onder spanning staan en “de stemmetjes“ (van mijn verborgen narcistische moeder en ? vader) in m’n hoofd.

        Ik weet het nu een paar weken, dus kan zijn dat het niet blijvend is, maar voor nu heb ik eindelijk rust in m’n hoofd en lichaam.

    3. Hoi Claudia,

      Heb je over narcistisch slachtoffer syndroom (NSS) gelezen?

      Toen ik dat las, snapte ik mezelf en de wereld weer enigszins…
      Helaas is in de hulpverlening geen hulp voor NSS te vinden, maar het weten maakte voor mij al een wereld van verschil.

      Sterkte 💪

      Groetjes Ramona

  3. Hoi, ik heb de post op Facebook gelezen van Israel v. Dorsten. Yes, ik hoop dat ze in NL ook wakker worden, ‘aangaan’ in de media en instanties op het onderwerp coercive control en dat emotionele en psychische mishandeling ook herkent gaat worden. In een aantal andere landen is coercive control wel strafbaar en in Engeland is coercive control herkennen zelfs een verplicht vak op school. Daar moeten we naar toe wat mij betreft, meer bewustzijn op dit fenomeen. De staat, het rechtssysteem moet mensen als Gerrit Jan verantwoordelijk houden voor zijn gedrag. Dwingende controle komt veel vaker voor dan de meeste mensen denken. En dat de sensatie, het onbegrip en het snelle oordelen over de kinderen hen bespaard gaan worden zoals Paulina schrijft.

  4. Lieve Verdwenen Zelf – professionals,

    In de media lees ik dat vader de bijna 100.000,00 euro terugkrijgt die bij de inval in beslag waren genomen. Als ik dan zijn zeer beschadigde zoon Shin zie (op de online extra aflevering), waarin hij stotterend vertelt dat hij steeds dakloos en werkloos was/is, dan denk ik dat er qua gerechtigheid nog steeds echt iets niet klopt. En zo zijn er meer raadsels die niet behandeld zijn: waar en wie was die Jozef die geregeld langskwam, wat is gebeurd met de opgesloten schoonpa en een eerder kind van wijlen de moeder? Hebben ‘de kinderen van R’ ook met deze mensen te maken gehad?

    Maar ik reageer eigenlijk omdat hun intrieste en verknipte jeugd mij (en dus velen met mij) diep beroert. Hun verhaal rakelt mijn eigen ‘verwerkte’ verleden op. Mijn vader met zijn zwarte haren, zijn felle donkere ogen en bulderende stem was ’n imposante man. Boordevol trauma’s en onzekerheden – maar wat weet een kindje daar nou van? Hij was purser bij de KLM, en dus vaak niet thuis. Zodra hij binnenkwam, leek het of plots een mistbank van angst door het hele huis optrok.

    Van een van zijn reizen had hij een wit masker meegebracht, met griezelige open gaten als ogen, een vertrokken rode mond en twee gouden horentjes. De duivel. Terwijl hij het ophing, keek ik ernaar vol afgrijzen. En toen het hing draaide hij zich om, keek me diep aan, wees ernaar en zei: “Dit is de duivel. En ik ben zijn broer. Ik ben god.” En dat heb ik vele jaren lang geloofd. Ik was als de dood voor hem. Ik had een jonger broertje en had de aandrang hem te beschermen als mijn vader weer eens woedend op hem was. Hij sloeg ons op de knokkels, of ik moest op bed liggen en dan kreeg ik met ’n lat op mijn ontblote billen.

    Toen ik iets ouder werd, wilde god mij allerlei dingen in het leven uitleggen. Zo ook de magie van kruiswoordpuzzels. Maar ik snapte geen snars van de begrippen ‘horizontaal’ en ‘verticaal’. Een domme koe, een klei-os. Dat was ik. Ben ik altijd gebleven. Ook noemde hij me kenau, omdat ik het soms durfde om een weerwoord te hebben. Mijn tekenspullen verstopte mijn moeder onder haar matras (zo’n behang-stalenboekje als tekenblok, plus wat kleurpotloden), want als pa thuis was mocht ik niet tekenen, dat zou maar rommel geven. Als hij thuis was, wist niemand uit welke hoek de wind nu weer zou waaien.

    Toen ik nog ouder werd en tampons ging gebruiken, lagen die op ’n dag allemaal uitgestrooid op de grond van de wc. Mijn verwekker was in de keuken de koektrommel aan het opwrijven, toen ik vanuit de wc vroeg wie dat had gedaan. Uit de keuken klonk het antwoord: “Wie het toiletpapier niet normaal langs de stippellijntjes kan afscheuren, die moet maar ondervinden wat rommel is.” Ik hoorde mijn moeder woorden van verbazing uiten, ik hoorde het koekdoosdeksel op de keukenvloer in elkaar getrapt worden. Ik nam een snoekduik naar mijn kamer. Ik draaide de deur op slot en even later werd er op gebonsd dat ik eruit moest komen. Ik bleef er de hele avond trillend zittend. Vele jaren later, bij een van onze vergeefse bindingspogingen, gaf hij toe dat hij me anders had vermoord – als die deur niet op slot was geweest.

    Na zijn dood vroeg ik aan mijn broer, die tegen diens zin testamentair executeur was, of hij nog leuke foto’s van vroeger had aangetroffen in het lege huis. Hij draaide eromheen, maar later vertelde hij dat ik van alle foto’s was afgeknipt.

    Ik besef: ieder heeft zijn eigen verhaal, zijn eigen kruis, zijn eigen overlevingsmechanismes, zijn eigen verwerking en, eventueel, wederopbouw. Het ergste is dat zulke geschifte verwekkers meestal geen gerechtigde straf krijgen. GJ kan kennelijk nog precies aangeven met hoeveel kinderen hij wil blijven samenwonen, wat hij wel of niet wil, eventueel kan opschrijven. Dat lijkt mij voldoende basis om deze mens af te rekenen op zijn veeltallige walgelijke daden.

    Lieve groet,
    Magda

    1. Beste Magda,
      Je beschrijft de angst, onvoorspelbaarheid, de manipulatie en het psychische en fysieke geweld heel goed. Dat is iets wat geen kind zou moeten meemaken en toch gebeurt het (helaas…) Dat er geen rechtvaardigheid is in de rechtspraak voor de kinderen van Ruinerwold, ook al zal er waarschijnlijk nog een civiele procedure volgen, is heel erg dubbel en verontrust velen.
      Hartelijke groet,
      Tako

  5. Bij het zien van de documentaires heb ik onwijs gehuild. Alleen al door het zien van de angst in de ogen van de kinderen. Je ziet gewoon dat ze niet weten hoe ze moeten reageren om vader niet boos te maken. Ik zag geen kinderlijke pretoogjes maar pure angst. En dan nog die herkenbare loyaliteit en het blijven verlangen naar de goedkeuring van de ouder. Iets wat ze zo hard nodig hebben, ze verlangen er naar om gezien, gehoord en gewaardeerd te worden.

    Laten wij als buitenstaander geen oordeel vellen, laten wij nou niet meedragen aan het vernietigen van hun zelfvertrouwen. Ze zijn nog niet bevrijd. De verwerking, besef, pijn… het kan nog lang duren. Deze kinderen zijn zo ontzettend sterk en dapper en nog steeds hebben ze een mooi, liefdevol hart. Ik maak een diepe buiging voor alle 9 en wens ze ontzettend veel kracht toe.

  6. Beste Israel,

    Wat wil ik tegen je zeggen? Er is eigenlijk te veel om op te noemen, maar laat ik het kort houden. Ik wil in ieder geval tegen je zeggen dat ik jou ontzettend moedig vind, want door jouw actie heb je een structuur/patroon doorbroken en ik weet dat dit geen eenvoudige opgave is. Ik ben net als jullie met een sektarische vader in een sektarisch systeem opgegroeid. Ik was 14 jaar toen daar een verandering in kwam. Mijn vader had mij lichamelijk en psychisch zodanig gefolterd dat een opname op de PAAZ onvermijdelijk was. Na een half jaar opname ben ik in een pleeggezin geplaatst. De terugkeer in de maatschappij was door mijn angststoornis ontzettend moeilijk. Ik was uit het systeem, maar het systeem was niet uit mij. Voetje voor voetje is het mij gelukt om het rehabilitatie proces met succes te voltooien. De PAAZ is al lang verleden tijd. Ik heb 2 MBO en 2 HBO studies afgerond. Ik ben verpleegkundige en werk als leidinggevende in een verpleeghuis. Eén van mijn therapeuten heeft ooit eens tegen mij gezegd dat ik er te lang alleen voor heb gestaan. Ik had namelijk geen broer of zus waarmee ik mijn ervaringen en gevoelens kon delen. Toen begreep ik niet waar zij op duidde, maar na het zien van de documentaire is mij dit helder geworden. Goed om te zien dat jullie zoveel steun aan elkaar hebben… Jullie zijn prachtige mensen en ik hoop dat het jullie goed zal vergaan, maar daar heb ik alle vertrouwen in!

  7. Herkenning, vooral de effecten van deze gevangenschap en de misvormingen, alsook de leegte. En dat dit levenslang mee zal reizen. Neurologische verbindingen die er niet hadden moeten zijn en verbindingen die missen. Ik weet. Geblinddoekt tastend naar een uitgang zoekend om een ander perspectief te vinden. Recht groeien! De scheefgroei en het onrecht apart zetten en aanschouwen. Met hulp. Troost ervaren.

    De kinderen uit Ruinerwold hebben veel van elkaar kunnen en moeten leren. Ze waren en zijn alleen en samen vergroeid. Ze hebben lang stand gehouden. De situatie moeten verduren vanbinnen wetend dat het niet klopte of er innerlijk vragen over voelen. Niet weten… veel triggers. Steeds weer de vader. Met een contextuele approach kan vanuit de positie binnen het gezin ieder apart gehoord en gezien worden. Fijn als alle kinderen daaraan mee werken. Of enige andere therapie die past. Ik wens ze een fijne goede en veilige gids. Voor ieder kind de juiste persoon. En een mooi afgestemd behandelplan. Er zal rouw zijn.

  8. Ik heb serieus moeten googelen op ‘coercive control’. En dat terwijl ik niet bepaald een prettige jeugd heb gehad en daar blijvende littekens aan overgehouden heb, dus een ervaringsdeskundige ben. Misschien helpt het als we de term ‘coervice control’ gewoon in het Nederlands gebruiken, zodat iedereen in ieder geval taalkundig begrijpt wat het inhoudt: dwingende controle. Dan volgt hopelijk ook wat het inhoudelijk betekent en welke impact dit heeft, mits we daar natuurlijk over blijven vertellen.

    1. Beste Liesbeth,

      De term ‘coercive control’ is inderdaad wat moeilijk omdat de meeste mensen het niet herkennen, ook de NL term, dwingende controle, is onbekend, Tweede Kamerleden gebruiken de term ‘psychisch geweld’ en je hoort ook vaak intieme terreur of intiem geweld. Het zou mooi zijn als er 1 term voor is… maar vooral is het belangrijk dat professionals en slachtoffers weten wat het inhoudt. Je kan bijvoorbeeld hier een overzichtsartikel lezen over coercive control van onze hand: https://verdwenenzelf.org/2020/01/02/coercive-control-emotioneel-en-psychisch-misbruik-strafbaar-stellen/.

      Hartelijke groet,
      Tako

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *