Dit is een gastblog van maatschappelijk werker Geike
Een aantal jaar geleden (ik kende de roze olifant al) meldde zich een cliënt op mijn spreekuur. Hij vroeg mij te berekenen hoe de kindregelingen verdeeld kunnen worden. Hij vertelde dat hij en zijn kinderen co-ouderschap wensten en dat hij dan ook voor urgentie in aanmerking zou komen om een sociale huurwoning te krijgen. Hij vertelde al gesproken te hebben met de kinderen, het wijkteam en de woningbouwvereniging. Met moeder had hij nog niet gesproken. Moeder werkt nooit mee, liet hij weten. Niemand van de betrokkenen wist hoe moeder hier naar keek en of ze op de hoogte was. Keurig, welbespraakt en goed voorbereid kwam de man op het spreekuur.
Ik besprak met hem dat ik de eenzijdige vraag merkwaardig vond. Zonder moeder te betrekken werden stappen gezet om co-ouderschap te bereiken. Dat was volgens vader de wens van de kinderen. De kinderen waren acht en elf jaar. Wijkcoaches werden ingezet om dat te ondersteunen en nadat ik vader had laten weten zijn plan niet te ondersteunen als dit niet in afstemming met moeder is stopte het gesprek.
Enkele weken later kreeg ik een mail van hem dat ook het wijkteam vond dat ik de gevraagde ondersteuning moest bieden in de urgentieprocedure en kindregelingen. Nu werkte ik nauw samen met het wijkteam en ging toch eens overleggen. Nee, ze kenden moeder niet. “Maar vader heeft toch ook rechten?” We hebben uitgebreid met elkaar gesproken over de vraag of het recht van de vader op advies en informatie betekent dat we deze moeten bieden ook als dit mogelijk betekent dat we de moeder van zijn kinderen confronteren met een voldongen feit: vader gaat co-ouderschap eisen.
Psychisch geweld
Recenter – inmiddels heb ik met tientallen ouders gesproken die slachtoffer waren van psychologisch en emotioneel geweld gedurende en na beëindiging van de relatie – ontmoette ik Rob. Rob vertelde in de financiële problemen gekomen te zijn door de moeder van zijn kind. Hij beschreef moeder als een labiele en kwetsbare vrouw met volgens hem mogelijk een persoonlijkheidsstoornis die het verlies van het overlijden van een kind niet kon verwerken. Hun dochter was 2 jaar en had hoofdverblijf bij moeder. Hij had begeleidde omgang, want er was sprake geweest van fysiek geweld: Rob had moeder een keer geslagen.
Rob had nu schulden maar had in het verleden grote bedrijven bestuurd en verwachtte snel weer een goed inkomen te hebben. Hij wilde nu de kinderkamer inrichten, een kinderbed, kleding en speelgoed voor zijn dochter. Hij kon dat niet betalen en vroeg om hulp. Hij wilde graag co-ouderschap en vertelde dat het voor zijn dochter beter was als ze niet bij moeder zou wonen. Het lukte vader niet om een kloppend inzicht te geven in zijn financiële situatie en zijn situatie.
Kort daarop ontmoette ik ook de moeder, Carla, en zij beschreef een heel ander beeld. Vader zou veel geld uit de gezamenlijke onderneming hebben weggesluisd. Het bedrijf was failliet en ook zij had schulden. Ze werkte als creatief therapeut en had de volledige zorg over de dochter van twee jaar en de zorg over een zoon van twaalf uit een eerder huwelijk. Zij beschreef zowel lichamelijk als psychologisch en emotioneel geweld vanuit vader.
Uit de beknelling
En zo staan de verhalen ver uit elkaar. En een veelgehoorde zin: “Er zijn twee verhalen, twee waarheden. We zijn niet van de waarheidsbevinding.” Vaak gevolgd door het advies: “U moet beter met elkaar leren communiceren”. Uiteraard ben ik als eenvoudige sociaal werker ook niet voldoende bevoegd, gemandateerd en gefaciliteerd om de waarheid bloot te leggen. Dat vraagt een team van experts op het gebied van strafrecht, familierecht en geweld in alle vormen. Toch was daar de roze olifant.
Moeder was getraumatiseerd, wantrouwig, voorzichtig en kon zich in woorden en emotie verliezen als de gesprekken moeilijk werden. Inmiddels heb ik steeds beter geleerd de blauwe plekken van het psychologisch, emotioneel en financieel geweld te zien. Ik zag de blauwe plekken en ik zag een vader die het ondraaglijk vond als zijn dochter zou opgroeien bij moeder en die in alle charmante innemendheid vooral functioneel contact maakte. Juist nu zou de beste expertise ingezet moeten worden om te voorkomen dat ook dit meisje van twee in veiligheid bedreigd gaat worden, misschien wel jarenlang.
Carla is zich ervan bewust dat er nog veel te doen is om haar eigen wereld veilig en financieel stabiel te krijgen en houden. Ik veronderstel dat ze met enige regelmaat mijn kantoor binnen zal komen wandelen met vragen om informatie en advies. Een weg uit de onveiligheid vraagt om strategisch denken en handelen om verschillende terreinen, maar zeker ook op financieel en juridisch gebied. En naast Carla zijn er nog anderen die op zoek zijn naar die weg uit de beknelling.