Dit is een gastcolumn van Marloes
Voor slachtoffers is er veel moed voor nodig om uit de cirkel van geweld te stappen. Het begint al bij het erkennen dat er sprake is van geweld. Dat alleen is al heel moeilijk, aangezien het ontzettend lastig is om te herkennen wat er gaande is. Er is moeilijk een vinger op te leggen en lange tijd is er wel sprake van een onderbuikgevoel, dat niet te plaatsen is. Als er eenmaal die erkenning is dat er sprake is van geweld, is er geen weg meer terug. Dan ga je inzien dat je situatie niet normaal is.
Aan het woord is Hameeda Lakho in de masterclass ‘Lagen van moed bij de aanpak van huiselijk geweld’, die zij samen met Sietske Dijkstra verzorgd heeft.* Ik heb deelgenomen aan deze masterclass en heb deze gevolgd met de blik van een voormalig professional en met de blik van een (meervoudig) ervaringsdeskundige.
Bij slachtoffers speelt bijna altijd schaamte voor de eigen situatie en lage zelfwaardering als gevolg van mishandeling. Schuldgevoel en gebrek aan vertrouwen in mensen spelen een grote rol. Je voelt vaak loyaliteit en liefde naar de dader, bijvoorbeeld de partner en/of ouders. Daarnaast voelen slachtoffers vaak angst voor de gevolgen van openbaring.
Voor mij als ervaringsdeskundige is dit alles zeer herkenbaar. De schaamte en het schuldgevoel waren enorm. Ondanks mijn ervaring als professional met mensen met persoonlijkheidsproblematiek (waaronder NPS en psychopathie), kwam ik in een relatie terecht waarin er sprake was van psychisch geweld. Het gaslighten en de subtiele vernederingen die zorgvuldig werden neergezet, maakten mij in de war, maakten dat ik ging twijfelen aan de realiteit. Ik werd alsmaar labieler. Als ik mijn grenzen aangaf, was ik overgevoelig. Stelde ik vragen over het gedrag richting mij, dan was ik veel te achterdochtig. Omdat dit alles met veel overtuiging en ‘zorg’ werd neergezet en ik de draad steeds meer kwijt raakte, ging ik denken dat dit best zou kunnen kloppen. Ik had immers een belast verleden en hij was zo charmant, zo grappig, zo graag in contact met mij.
Het kon niet anders of mijn labiliteit kwam uit mijn verleden vandaan. Daarbij had ik in mijn belaste verleden dergelijke uitspraken ook al zo vaak gehoord, waardoor ik me ging afvragen of het niet gewoon waar was. Was ik niet ook te overgevoelig, was ik niet veel te achterdochtig naar mensen toe? Misschien had ik het nooit gezien bij mezelf. Misschien klopte wat ik vroeger altijd al hoorde wel gewoon; dat ik irritant en arrogant was, me aan stelde, zielig deed. Misschien was ik inderdaad onprettig in de omgang, eigenwijs etc. Waarschijnlijk had ik mezelf jaren overschat, zo was uiteindelijk mijn conclusie. Achteraf gezien heel verdrietig natuurlijk.
Mede door de boeken van Iris Koops ontdekte ik dat de geraffineerde, berekenende dynamiek die plegers hebben ontzettend moeilijk te duiden is voor slachtoffers, omdat het onder je huid gaat zitten. Zonder kennis van gaslighten en de dynamiek is het een onbegonnen zaak. De dader weet moeiteloos die knoppen te vinden en in te drukken waar diepe pijn en verdriet zit, wat zorgt voor grote verwarring en radeloosheid. Hierdoor krijgt hij (of zij natuurlijk) het slachtoffer waar hij haar hebben wil; gewillig, machteloos, verward en totaal ontredderd.
Er is naast kennis ook veel moed voor nodig voor slachtoffers om te kunnen zien waar ze in zitten en dat diegene die zo begaan en geweldig leek, in werkelijkheid de oorzaak is van de labiliteit, verwarring en ontreddering. Moed is een vereiste in het omgaan met psychisch geweld, is mijn conclusie. Om uit de vicieuze cirkel te komen waar je in bent gezogen. En afgestemde hulp van een professional is hierbij cruciaal.
Voor professionals is er moed voor nodig om op een adequate manier te reageren of handelen, wanneer een cliënt zich in een situatie van huiselijk geweld blijkt te bevinden. De aanpak van huiselijk geweld vraagt van de professional om buiten de lijntjes te kleuren, het anders te doen dan wat men gewend is. Het vraagt om af te wijken van bestaande protocollen en regels, om normen te durven stellen, soms tegen collega’s in te gaan etc. In de praktijk blijkt dat er vaak een kloof zit tussen weten en handelen en dat professionals zich soms achter protocollen en regels verschuilen.
Voor professionals is er juist moed nodig om te kunnen herkennen dat er sprake is van mishandeling en dat er sprake is van een slachtoffer, die door toedoen van een dader uiteindelijk in de spreekkamer van de professional belandt. De verhalen klinken vaak ongeloofwaardig, absurd en buitenproportioneel en het vraagt van de professional een geheel andere benadering dan doorgaans het geval is.
“Je hebt het zelf toegelaten”, was wat ik te horen kreeg van een hulpverlener en dat is hoe het helaas nog heel vaak gaat. Helaas maken veel slachtoffers het mee, dat het in de spreekkamer gaat over het negatieve zelfbeeld van jou als cliënt, dat je moeite met het aangeven van grenzen hebt, geen ruimte in durft te nemen etc., wordt gezien als oorzaak van de situatie. Je wordt gewezen op je eigen aandeel en je eigen verantwoordelijkheid. In een normale situatie met normale criteria, is dat een benadering die ontzettend goed werkt.
De realiteit is echter dat in een situatie van eenzijdige mishandeling, waar sprake is van een dader en slachtoffer, het negatieve zelfbeeld, moeite met grenzen en ruimte innemen etc., vaak niets anders zijn dan symptomen van mishandeling. Dit labelen als oorzaak, maakt dat het slachtoffer verantwoordelijk wordt gemaakt voor de mishandeling. Dit ervaren slachtoffers vaak als erg pijnlijk, met als gevolg dat men de therapie staakt, met alle gevolgen van dien. Of, erger nog, aan zichzelf gaat werken met het idee zelf schuldig te zijn aan wat hen is overkomen. Iets wat niet bevorderend werkt om het zelfbeeld weer op te krikken.
Dit zien en dit doorbreken vraagt moed van de professional, is mijn conclusie bij de aanpak van psychisch geweld. Moed om naar zichzelf te kijken en moed om een andere benadering te hanteren. Vaak blijkt de professional niet te weten wat psychische mishandeling precies is, hoe het werkt en hoe groot de impact is. Als ik terugkijk naar mijn eigen ervaring als professional, moet ik dat helaas beamen. Zowel ikzelf als mijn collega’s hadden die kennis niet.
De werkelijke toedracht van psychische mishandeling komt in de meeste opleidingen niet aan bod. Studieboeken beschrijven de dynamiek niet, het gaslighten niet en wat het bij slachtoffers teweeg brengt, hoe groot de impact is. Als ik door mijn studieboeken blader, lijkt psychische mishandeling amper tot niet te bestaan, terwijl de werkelijkheid is dat er jaarlijks honderdduizenden slachtoffers zijn. De kennis over psychische mishandeling en wat het daadwerkelijk allemaal inhoudt is onontbeerlijk om slachtoffers te herkennen, te erkennen en op de juiste manier te helpen weer grip op zichzelf en het leven te krijgen.
In de praktijk blijkt dat de hulpverlener vaak ook te snel wil bij traumatherapie. Hameeda zegt hierover: “Een trauma gaat niet over en zal altijd onderdeel van je zijn, ook na traumatherapie. Het vergt tijd om trauma te integreren in je leven, er mee te leren leven. Het trauma gaat niet weg en zal altijd blijven bestaan.”
Voor de hulpverlener is het belangrijk dat hij of zij de cliënt het tempo laat bepalen. Dat betekent dat het voor de hulpverlener vaak een kwestie is van lange adem om de cliënt te bevrijden van de emotionele tralies, waardoor deze kwetsbaarheid kan omzetten in kracht. Erkenning en steun spelen hierbij een belangrijke rol. Erkenning van het geweld, erkenning van emotionele en lichamelijke schade en de erkenning van de onrechtmatigheid. Door erkenning en steun kan de cliënt zich minder eenzaam voelen, zich bevrijden van schuld en schaamte en helpt het in het terugvinden van zelfvertrouwen en zelfbeeld. Het bevestigen van de eigen kracht, creativiteit en rechten stimuleert de cliënt om nieuwe vaardigheden te leren, kansen en mogelijkheden te benutten. De rol van de professional is dan om er naast te gaan staan, niet over te nemen maar aan te sluiten.
*Hameeda Lakho is ervaringsdeskundige en geeft trainingen aan professionals en ervaringsdeskundigen. Sietske Dijkstra doet praktijkgericht onderzoek naar geweld in relaties en professioneel handelen en geeft scholing en advies aan professionals die te maken krijgen met mishandeling, seksueel misbruik of verwaarlozing in relaties, gezinnen en instellingen.
Deze masterclass was onderdeel van een benefietactie met vijf masterclasses, georganiseerd door Kirsten Regtop. Door de opbrengst van deze vijf masterclasses krijgen een aantal slachtoffers, die niet (meer) de financiële middelen hebben, een workshop aangeboden of de twee boeken van Iris Koops, ‘Herstellen van narcistische mishandeling’ en ‘Je leven in eigen hand’. Een fantastisch initiatief van Kirsten Regtop.