De belangrijkste en meest gebruikte manipulatietechniek is gaslighting. Dit is een vorm van structurele manipulatie en brainwashing waardoor slachtoffers aan zichzelf gaan twijfelen en uiteindelijk hun gevoel van perceptie, identiteit en zelfwaarde verliezen. Het is een geheel van emotionele en psychische manipulatietechnieken, die altijd en overal kunnen worden ingezet, waardoor feiten en waarnemingen verhuld, ontkend en omgedraaid worden. Gaslighting bestaat onder andere uit:
- Liegen, halve leugens vertellen en de waarheid vervormen
- Telkens van onderwerp, emotie en rol wisselen
- Telkens projecteren van eigen gedrag op de ander, omdraaien van de betekenis van boodschappen
- Overdrijven, aandikken en opscheppen
- Geen verantwoordelijkheid nemen, ook als dader altijd de slachtofferrol innemen
- Telkens herhalen van een boodschap en als zodanig uitputten van een slachtoffer
- ‘Woordsoep’ gebruiken, van de hak op de tak springen, effectieve communicatie verstoren
- Valse hoop bieden, niet gemeende liefdesuitingen doen en ongemeend sorry zeggen
- Vervormen van de woorden en boodschap ten nadele van de ander
- Kleineren en het minimaliseren van de boodschap van de ander
- Relevante of persoonlijke informatie achterhouden of voor andere doeleinden inzetten dan ze bedoeld zijn
- Bedekte dreigementen, emotionele chantage of de stiltebehandeling
Er zijn nog meer vormen en voorbeelden hiervan, maar de kern is dat de feitelijke realiteit van het slachtoffer, en de achterliggende emoties en gedachten, telkens vervormd en aangetast worden door de schaal waarop het gebeurt. Het effect ervan is dat niets meer is wat het lijkt. Het slachtoffer raakt ernstig in de war en de dader krijgt hiermee controle.
Regels voor normale communicatie gelden niet
Dat wat voor ‘normale’ menselijke communicatie geldt, gaat niet op bij een destructieve relatie. Normale communicatie- en relatieregels werken dan juist contraproductief. Je inleven in een ander, je eigen aandeel bekijken, problemen uitpraten en goede feedback geven, zaken die normaal het contact verbeteren, maken de cliënt in de relatie met een destructieve dader enkel kwetsbaarder. Ook confronterend gedrag of grenzen stellen werkt vaak niet: het kan juist forse tegenreacties oproepen. Telkens gaan daders eenzijdig over de grenzen van de cliënt, zonder naar hun eigen aandeel te kijken of hierop aanspreekbaar te zijn. Dit werkt vervormend en leidt op den duur tot het volstrekt negeren en zelfs afstraffen van de reële wensen, gevoelens en gedachten van de ander door de dader. Daarnaast is onderliggend dreigend gedrag niet incidenteel of situationeel maar continu en structureel aanwezig, waardoor slachtoffers vaak geen tegenspraak meer durven te geven.
De narcistische aanval
Als het slachtoffer niet voldoet aan de wensen en eisen van de dader, kan er een narcistische woede-aanval volgen. Narcistische woede is een reactie op een vermeende aantasting van het ego. Aangezien het zelfbeeld van mensen met een narcistische of psychopathische persoonlijkheidsstoornis irreëel groot is, hun empathie beperkt of afwezig is en hun drempel voor psychische agressie laag, komt dit geregeld voor. Mensen met deze stoornis vinden hun eigen woede altijd terecht; ‘het slachtoffer vraagt erom’. Meestal zijn narcistische woede-aanvallen verbaal, maar het kan ook gekoppeld zijn aan fysiek geweld of de dreiging ervan. Slachtoffers leren om geen kritiek meer te uiten en/of deze persoon niet meer tegen te spreken, maar dit is uiteraard niet altijd te vermijden. Bovendien raken slachtoffers er uitgeput van en verliezen ze zo op den duur steeds meer het contact met hun eigen wensen, emoties en gedachten.