In de behandeling van slachtoffers van emotionele en psychische mishandeling, en zeker die met complex trauma, zijn veel behandelissues te benoemen. Er zijn een aantal do’s en dont’s die veel uitgebreider terugkomen in de trainingen die we bieden aan professionals.
Niet elke cliënt is hetzelfde en ook de omstandigheden kunnen soms sterk verschillen. Sommige cliënten vertonen zelf in grote mate dadergedrag of de behandelaar heeft sterke vraagtekens bij het slachtofferschap. Onderstaande thema’s gelden vooral voor het merendeel van de cliënten die, naast traumaklachten, geen andere psychische problemen laten zien die behandeling in de weg staan.
- Autonomie & verantwoordelijkheid
- Bij de meeste cliënten is het ‘zelf’ verloren geraakt of nauwelijks ontwikkeld en hierdoor ervaren zij weinig autonomie in hun leven. De cliënt begeleiden op het pad naar meer autonomie, is de voornaamste leidraad in de behandeling. De behandelaar ondersteunt de cliënt in de therapie. De verantwoordelijkheid voor het herstel van de cliënt, ligt uiteraard bij de cliënt zelf.
- Nabijheid
- Cliënten zijn gebaat bij nabijheid en een empathische relatie met de behandelaar. De archetypische afstandelijke, zakelijke therapeut die strikt vasthoudt aan cognitieve gedragstherapie of protocollair en neutraal werkt is voor hen vaak een bekend (en onsuccesvol) gegeven en zal eerder leiden tot afstand, onveiligheid en gebrek aan voortgang. Wees hartelijk en betrokken, erken hun gevoelens en creëer een warme, persoonlijke sfeer. De balans vinden tussen deze nabijheid en warmte versus de professionele distantie die ook nodig is als behandelaar, is een goed onderwerp voor intervisie.
- Lichaam & geest
- De effecten van (complex) trauma zetten zich letterlijk ook vast in het lichaam van de cliënt. Lichaamsgerichte therapie of activiteiten zijn belangrijk tijdens de behandeling of aanvullend hierop. Over lichaamsgerichte therapie zijn voorbeelden te vinden in de boeken van Iris Koops en in de boeken van elders op deze site genoemde trauma-experts. Afhankelijk van de wens van de cliënt kunnen sportieve, creatieve en spirituele activiteiten als yoga, meditatie of mindfulness helpen in de behandeling en het herstelproces.
- Acute onveiligheid en angst
- Sommige cliënten bevinden zich op het moment van behandelen in acuut onveilige situaties: zij hebben bijvoorbeeld te maken met stalking of ernstig fysiek geweld. Acute angst en concreet gevaar kunnen iemand verlammen. De therapie richt zich dan in eerste instantie op het bieden van ondersteuning aan de cliënt, zodat de cliënt zich staande kan houden in zijn of haar leefsituatie. Meteen daarna of daarbij dient samen met de cliënt onderzocht te worden, hoe deze de controle, de greep, op de leefsituatie kan vergroten, teneinde de regie over eigen leven weer in handen te krijgen. Deze eerste interventies van de behandeling doorbreken de verlamming en markeren het begin van het groeiproces naar autonomie.
Veilig anker zijn
Tijdelijk een veilig anker zijn, iemand die steun biedt en er is voor de cliënt, is belangrijk in de eerste fase van herstel. De cliënt heeft vaak letterlijk niemand die begrijpt waar hij of zij in zit. Vrienden of familie snappen het vaak nog niet of kiezen partij, en niet zelden tégen de cliënt. Vaak is de behandelaar de enige waar ze op kunnen terugvallen. Als deze veilige relatie gelegd is, is het van belang met de cliënt een klein sociaal netwerk te ontwikkelen, zodat de cliënt, indien nodig, op meerdere personen terug kan vallen. - Gezamenlijke hulptrajecten
- Kortweg blijkt uit onderzoek en uit de ervaringen van slachtoffers en zorgverleners dat gezamenlijke trajecten met de dader erbij niet helpen. Mediation, bemiddeling, gezamenlijk zorgaanbod, groeps-, relatie- en gezinstherapie zijn geen aanraders. Op zijn best is het tijdverspilling maar meestal zijn dit juist platforms voor de dader om door te kunnen gaan met het emotionele en psychische misbruik en werkt het hertraumatiserend voor het slachtoffer. Individuele therapie en behandeling zijn te allen tijde het meest wenselijk.
- Dader of slachtoffer
- Sommige cliënten zijn dwingend of lijken vast te blijven zitten in boosheid. Boos zijn op de veroorzaker van al hun leed is op zich juist gezond, als fase, er eindeloos in blijven hangen is dit niet. Soms lijken slachtoffers ‘dadergedrag’ te vertonen. Het is meestal geen dadergedrag, maar onmacht en toe te schrijven aan de gevolgen van misbruik en soms reëel onrecht binnen het familierecht bijvoorbeeld. Soms lijken er echter wel trekken van bijvoorbeeld narcisme te zijn. Het is belangrijk om hierin onderscheid te maken. Daar waar de boosheid terecht is en zelfs nodig en helend is, is het belangrijk om hier ruimte aan te geven. Daar waar het gedrag dermate destructief is dat het de veiligheid van de therapie bedreigt, is doorverwijzen en verdere diagnostiek wellicht op zijn plaats.
- Praktische hulp
- Sommige cliënten zitten diep in de procedures rondom familie-, civiel- of arbeidsrecht. Ze vragen dan om praktische hulp in bijvoorbeeld een echtscheiding (een brief schrijven aan de rechtbank of een diagnose meegeven bijvoorbeeld), bij een gezamenlijk zorgtraject waar ze aan mee moeten doen van de jeugdzorg of bij een arbeidsgeschil met hun werkgever. Als behandelaar ben je echter geen maatschappelijk werker, door een rechtbank aangewezen zorgprofessional of anderszins een formele expert of professional op dit gebied. Het verdient aanbeveling hen te verwijzen naar de juiste professional en binnen het kader van beroepsgrenzen te blijven opereren.