Emotionele en psychische mishandeling zijn complex. Deze vormen van mishandeling kennen geen lineaire opbouw of eendimensionale structuur. Het verschilt of de mishandeling plaatsvond in de jeugd van een cliënt (en of dan één of beide ouders -trekken van- persoonlijkheidspathologie vertonen), of het op het werk of tijdens een duurzame relatie gebeurt. Dan is de duur van de relatie van invloed en of er kinderen bij betrokken zijn. Hieronder wordt uitgelegd in welke relatievormen emotionele en psychische mishandeling voorkomt.
Emotionele en psychische mishandeling kent daarnaast ook een aantal gemeenschappelijke kenmerken, waarop hieronder eveneens verder wordt ingegaan. Zie ook Vormen van manipulatie.
Een destructieve relatie
De eerste fase van een relatie met een narcistische man of vrouw lijkt vaak heel positief: de cliënt wordt overspoeld door positieve aandacht, krijgt precies gespiegeld wat hij of zij wil en wordt verliefd. Pas gaandeweg blijken de eerste negatieve signalen. Een (verbaal) agressief moment, een passief-agressieve reactie, de eerste leugen of een neerbuigende opmerking. Sluipenderwijs komen deze negatieve ervaringen steeds vaker voor. Als de cliënt ze al ter sprake brengt wordt het gedrag ‘weggewuifd’ en wordt het zoeklicht naar de cliënt zelf verplaatst. Cliënten kunnen niet duiden wat er gebeurt en verklaren het als iets ‘wat er bij hoort’. Hun zelftwijfel neemt echter toe.
De cliënt wordt eerst ingepakt om vervolgens voedingsbron te worden van de narcistische behoefte aan egostreling en aandacht. Het proces dat hieraan ten grondslag ligt wordt grooming genoemd. Omdat de pleger zichzelf zeker wil stellen van ‘narcistische voorraad’, moet de cliënt aan hem of haar gebonden worden. De controle wordt opgevoerd. De destructieve momenten komen steeds vaker voor. De oorzaak van die momenten worden, onder het mom van een goed gesprek, telkens subtiel bij de cliënt teruggelegd, genoeg om oprecht te twijfelen. Dit gaat echter steeds ernstiger vormen aannemen. Zowel de manipulatieve strategie, waarbij elk interpersoonlijk probleem de schuld is van de cliënt, als de destructieve opmerkingen en acties nemen toe. Daarnaast wordt het slachtoffer vaak stap voor stap subtiel geïsoleerd van vrienden, collega’s, familie of de kinderen.
Relatie verbreken
Een relatiebreuk verloopt meestal volgens twee verschillende patronen. Of de dader dumpt het slachtoffer opeens, zonder ‘legitieme’ reden en laat van de één op de andere dag niets meer van zich horen. Of het slachtoffer, die het misbruik niet meer wil ondergaan, verbreekt de relatie. Dit leidt vaak tot wraakgevoelens bij de pleger. De dader zal bijvoorbeeld hoopvolle berichten sturen, proberen weer in beeld te komen en met een mix aan verwijten, beloftes, woede, excuses en emotionele druk proberen de ander te bewerken. Wraakgevoelens kunnen zodanige vormen aannemen dat er sprake is van stalking en dat kan zowel zeer onveilig voelen voor het slachtoffer als daadwerkelijk gevaarlijk zijn. Ook kan de dader een lastercampagne starten richting gezamenlijke vrienden, de kinderen en familie om zo het eigen zelfbeeld weer te herstellen. Het gevolg is dat het slachtoffer nog sterker geïsoleerd wordt en weinig vrienden en familie meer overhoudt.
Voor meer informatie over hoe om te gaan als professional met slachtoffers die hun destructieve relatie willen verbreken, zie ook: Het verbreken van een destructieve relatie.
Als er kinderen in het spel zijn, wordt de situatie nog complexer. De pleger kan het vaak niet verkroppen dat de relatie is beëindigd en de ander moet boeten zodat zijn of haar irreële zelfbeeld hersteld kan worden. Dit wordt veelal via de kinderen uitgespeeld. Veel slachtoffers proberen juist de kinderen te beschermen tegen verder emotioneel en psychisch misbruik. De dader is echter vaak succesvol in het verkrijgen van gezamenlijk gezag en co-ouderschap, door misleiding en een charme-offensief richting professionals. De dader zal echter niet schromen verder te gaan met emotioneel en psychisch misbruik, welke vorm van ouderschap ook gekozen is. Bij zowel co-ouderschap als parallel ouderschap of eenhoofdig gezag met omgangsregeling bij één van de ouders geldt dat de pleger telkens de afspraken zal schenden, bediscussiëren of via de rechtbank zal bevechten.
Ook zal de emotionele en psychische mishandeling van de kinderen vaak verder gaan, waarbij het zich gaat richten op het isoleren van de andere ouder ten opzichte van de kinderen. Indien dit slaagt, zowel emotioneel bij het kind als via bijvoorbeeld een rechtbank, spreken we van ouderverstoting. Het kind wijst dan structureel het contact af met de andere, niet-narcistische ouder, al dan niet bevestigd in formele afspraken. Dit dient echter niet verward te worden met een slachtoffer die zijn of haar kinderen wil beschermen tegen verder misbruik, en waar het kind in meegaat, ter bescherming van zichzelf en zijn of haar moeder of vader. Dit laatste kan wel leiden tot een structurele verwijdering tussen het kind en de narcistische ouder. Dit is niet altijd gewenst, afhankelijk van hoeveel concreet risico op verdere mishandeling een kind of ouder loopt, maar het is geen ouderverstoting. Ook al beschuldigen plegers de mishandelde ouder hier vaak van.
Voor meer informatie over ouderverstoting, zie ook: Visie op ouderverstoting.
Een destructief familiesysteem
Als een kind heel klein is, zijn er vaak in de relatie met de, meestal narcistische, ouder nog geen ‘problemen’. Het kleine kind heeft vaak nog een blinde bewondering voor de ouder en is geheel afhankelijk. Voor alle ouders en kinderen geldt dat de relatie dan vaak symbiotisch is. Er speelt echter dan al wel een sterke vorm van actieve affectieve verwaarlozing, die de gehele kindertijd een rol zal blijven spelen. Door het ontbrekende empathisch vermogen heeft een narcistische ouder nauwelijks oprechte aandacht en liefde voor het kind, terwijl dit de belangrijkste grondstof qua opvoeding en groei van elk kind is. Hechtingsproblematiek speelt zeer waarschijnlijk een grote rol van jongs af aan. Dit is van groot belang omdat emotionele mishandeling en verwaarlozing de sterkste voorspeller van psychische problemen en psychopathologie op latere leeftijd is.
Vanaf peuter- en kleuterleeftijd, als de autonomie van het kind steeds groter wordt en een kind meer eigen keuzes wil maken en eigen wensen heeft, starten de interrelationele problemen. De narcistische ouder tolereert alleen het gedrag dat zijn grandioze zelfbeeld bevestigt en eigen behoeften weerspiegelt of vervult. Geparentificeerd gedrag ontstaat hierdoor meestal al vroeg. Als er broers of zussen in het spel zijn krijgen de kinderen verschillende rollen toebedeeld, zoals het gouden kind (golden child) of het zwarte schaap. Structureel wordt het ene kind voorgetrokken en bewonderd en het andere negatief bejegend en afgekraakt. Dit fenomeen leidt tot onderlinge verwijdering tussen broers en zussen en permanente onzekerheid, bovenop de al bestaande psychische klachten.
In narcistische familiesystemen is het imago naar buiten van levensbelang en daarom wordt elke vorm van misbruik ontkend, en elke poging om het bespreken afgestraft. Als cliënten daarin opgroeien, hebben ze vaak tot op volwassen leeftijd niet door dat er feitelijk sprake was van een lege, mishandelende kern in het gezin en geven ze zichzelf de schuld van de psychische problemen die dit gezinssysteem veroorzaakte. De meeste kinderen van narcistische ouders vertonen al vroeg sterk aangepast gedrag (pleasen bijvoorbeeld, zeer teruggetrokken zijn of depressieve klachten) of juist opstandig, rebels gedrag. In de pubertijd komen deze problemen vaak nog meer aan het licht en deze jongeren kunnen dan velerlei psychische en andere problemen ontwikkelen (depressie, angst, problemen op of met school, gedragsproblematiek etc.)
Opgroeien met een narcistische ouder of ouders leidt vaak tot een hechtingsstoornis. Dit is mede afhankelijk van de mate waarin de betreffende ouder slechts milde kenmerken van narcisme of psychopathie vertoont of juist een persoonlijkheidsstoornis heeft. En of beide ouders narcistisch of psychopathisch zijn of eentje niet, en of die andere ouder in staat is om steun te bieden aan het kind. Voor kinderen, en soms ook later als volwassene, is het ondoenlijk en zelfs gevaarlijk om te beseffen dat de eigen opvoeder in staat is tot liefdeloos en destructief gedrag. Zij moeten immers wel in dit systeem zien te overleven. Kinderen in dergelijke gezinnen staan dagelijks onder hoogspanning en voelen zich nooit veilig. Ze zijn permanent alert op mogelijke woede-aanvallen, manipulatieve communicatie en bedekte verwijten of afwijzing. Ze zijn net als mensen met een relatie met een narcistische partner structureel verward en onzeker door gaslighting. Bij veel kinderen van narcistische ouders speelt complex trauma een sterke rol in de volwassenheid.
Narcisme op het werk
Ook op het werk maken mensen met destructieve stoornissen in eerste instantie juist een prima indruk: met vaak iets te sterk opgepoetste of zelfs frauduleuze CV’s doen ze het goed in sollicitatieprocedures en worden sneller aangenomen. Ze komen vriendelijk, charmant en vaak charismatisch over. Ze komen vervolgens ook sneller in aanmerking voor promotie of leiderschapsposities omdat ze hun leidinggevenden en collega’s inpalmen en op het eerste oog goede resultaten leveren.
Narcistische collega’s of leidinggevenden vallen vaak op omdat ze erg productief zijn of lijken, terwijl hun teams of hun directe collega’s dat minder lijken te zijn: vaak weten narcistische collega’s de eigen prestaties te verhogen ten koste van een ander of hun hele team. Indien ze op hoge leidinggevende posities terecht komen, wat relatief vaak gebeurt, weten ze de prestaties van een organisatie op korte termijn te verhogen maar op de lange termijn richten ze organisaties juist vaker te gronde. Narcistische en psychopathische leiders karakteriseren zich door crash and burn: een organisatie krijgt in het begin een flinke dosis charme en visie, om vervolgens na enkele jaren bijvoorbeeld om te vallen door megalomane overnames, frauduleuze praktijken, torenhoge zelfbeloningen en mismanagement van personeel. Diverse schandalen in de financiële wereld tijdens de crisis in 2008 zijn volgens toonaangevend onderzoek direct te wijten aan narcistisch en psychopathisch leiderschap. Ook in de non-profit sector zien we echter diverse voorbeelden van zelfverrijking en mismanagement. Des te schrijnender, omdat deze organisaties zich inzetten voor het collectief.
In de afdeling van een narcistische leidinggevende bestaat vaak een angstcultuur: medewerkers durven zich niet meer te uiten en lopen op hun tenen. Medewerkers die het management proberen in te lichten over de betreffende leidinggevende worden actief tegengewerkt, gepest, weggewerkt of geïntimideerd. Teams of organisaties worden dan feitelijk emotioneel en psychisch mishandeld. Vanaf de buitenkant is dit echter moeilijk te zien. Teams heten dan ‘verwaarloosd’, hebben een ‘arbeidsconflict’ of beide kanten, zowel het team als de manager, lijken ‘niet goed met elkaar overweg te kunnen’, terwijl de feitelijke mishandeling eenzijdig is. Ook op het werk is in de relatie tussen dader en slachtoffer sprake van gaslighting en alle eerder genoemde kenmerken van emotionele en psychische mishandeling. En het kan eveneens leiden tot traumagerelateerde klachten bij de betrokken medewerkers.
Het kan ook gaan om één of meerdere collega’s in een team die narcistische trekken hebben. Vaak worden deze collega’s op den duur weggepromoveerd, staan ze bekend als ‘moeilijk’ of doorzien alleen de naaste collega’s dat ze onbetrouwbaar en manipulatief zijn terwijl wisselende leidinggevenden hun vingers er niet aan willen of kunnen branden. Het kan tot stalking leiden, seksuele of fysieke intimidatie, fraude en emotionele terreur. Collega’s worden getreiterd, geïsoleerd of geïntimideerd door de pleger en soms ook in samenwerking met handlangers. Medewerkers met destructieve trekken die door hun manager wel worden aangepakt, melden zich vaker en langduriger ziek en voeren ook vaker en langduriger procedures en rechtszaken.